Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als de priester hem zal bezien hebben, dat, ziet, het gezwel van die plaag in zijn kaalheid, of blesse, wit roodachtig is, [43]gelijk het aanzien der melaatsheid van het vel des vleses; 43. Dat is, hebbende de gedaante, die der melaatsheid, zich vertonende in het vel des vleesches, gelijk is.